Opiniestuk in De Volkskrant, vandaag. De strekking: banken worden alleen maar verderfelijker (zoals ook uit mijn boek – behalve schelmenroman ook de eerste post-kredietcrisis-roman- moet blijken).
-kun je ‘t artikel niet vergroten en dus niet lezen? hieronder de PDF, die leest makkelijker-
Hier de PDF: volkskrant
Een jaar of tien geleden begon ik een bedrijf. Ik stak er wat eigen geld in en ging gewapend met een goed doortimmerd businessplan voor het resterende startkapitaal naar de bank. Want banken, zo zag ik in ronkende reclamespotjes, zijn de vrienden van de ondernemer: ze voorzien je van advies en lenen je geld. Hoe naïef kon ik zijn.
Mijn plan was prima, maar de bank wilde zekerheden. Kon mijn vader niet garant staan? Of had ik geen eigen huis als onderpand? Dat zat er niet in, dus zocht ik mijn heil elders.
Twee jaar later had ik geld nodig om mijn bedrijf uit te breiden. ‘We gaan u niet helpen,’ zei mijn accountmanager bij Fortis, ‘uw bedrijf staat er abominabel voor.’ Vijf later verkocht ik mijn bloeiende bedrijf, een jaar voordat mijn huisbank slechts dankzij een staatsinfuus van vele miljarden overeind bleef.
Banken zijn niet wat ze graag willen laten zien. Niet de hoeders van ondernemers, want mijn verhaal is niet uitzonderlijk. De bank doet pas aardig tegen je als je ‘m niet meer nodig hebt: als je veel winst maakt.
De bankensector ligt weer onder vuur na de bonusrel van de ING-top en andere bedrijven met staatssteun. Maar Boele Staal, de voorzitter van de Vereniging van Nederlandse Banken, roept de politiek op de toon te matigen: de kritiek is niet terecht en doet afbreuk aan het imago van banken. Die hebben echt hun best gedaan om een nieuwe crisis te voorkomen, stelt Staal.
Ook dit is weer een sterk voorbeeld van je beter voordoen dan je bent: het verhaal van D’66-senator Staal klinkt beschaafd en redelijk, maar is in feite schaamteloos brutaal, passend bij een sector die na het veroorzaken van een financiële ramp heel eventjes bedeesd was, misschien een half jaar, zonder zich overigens ooit te verontschuldigen, excuses uit te spreken, maar vanaf het moment dat de staatssteun binnen is, laat zien dat er misschien een paar halve zelfregulerende maatregelen zijn genomen, maar dat de mentaliteit nog altijd even slecht is.
Het redden van de banken kostte de belastingbetaler honderden miljarden. Als beloning kreeg diezelfde belastingbetaler vervolgens stank voor dank: zo klaagt bijvoorbeeld het MKB nog altijd, want het verkrijgen van nieuwe kredieten is sinds de kredietcrisis alleen maar moeilijker, en verlenging van bestaande kredieten geschiedt tegen strengere en duurdere voorwaarden – een praktijk die wordt ontkend of gespind door Staal en andere lobbyisten.
Ook de consument ondervindt last van de banken die de verliezen veroorzaakt door eigen hebzucht snel willen goedmaken middels een historisch hoge marge op hypotheekrente, daarmee de huizenmarkt een doodsteek toebrengend. Intussen zijn de bankwinsten, bonussen en de salarissen al weer bijna op het niveau van voor de crisis.
Staal wil ons anders doen geloven, zoals we dat van banken inmiddels gewend zijn: ze doen zich graag beter voor en daaraan wordt – sinds jaar en dag – veel geld besteed. Banken omhullen zich met een air van deftige betrouwbaarheid door te huizen in dure panden, waar alle mannelijke medewerkers in jasje dasje moeten verschijnen, ook diegenen zonder klantcontact.
Geld zorgt er ook voor dat de bank een fijne werkgever is: de salarissen zijn goed, de werktijden schappelijk en de bezigheden zijn niet al te moeilijk, behalve dan voor de slimste jongens en meisjes die worden weggeplukt van technische universiteiten om ingewikkelde producten te verzinnen waar alleen de banken beter van worden, in plaats van elders denkwerk te leveren waar de wereld iets aan heeft. Banken kopen maatschappelijke goodwill door culturele instellingen te sponsoren, ze kopen het imago van ondernemerschap of dynamiek in tv-commercials en ze kopen een lobbynetwerk -en betrouwbaarheid – door oud-politici, zoals oud-premier Kok, een belangrijke functie te geven.
Het gat tussen het gewenste imago en de werkelijkheid wordt evenwel almaar groter. ING-topman Hommen zag af van zijn bonus, niet omdat hij die zelf bij nader inzien misplaatst vond, maar vanwege ‘het signaal dat uitgaat naar de samenleving’: onder de schaapskleren zagen we even de wolf. Ondernemers, consumenten – de maatschappij – geloven de banken voor geen meter meer en zien hen zo langzamerhand als onverbeterlijk en noodzakelijk kwaad: money can’t buy you love.